Ga naar inhoud

Maurik – De Woerd

Jan Hendrik Holwerda groef tussen Rijswijk en Maurik met behulp van plaatselijke arbeiders een ‘Bataafsche nederzetting’ op. Hij legde daarbij een groot aantal sporen van gebouwen, greppels en ‘palissaden’ bloot. Holwerda registreerde zorgvuldig het aardewerk dat er verrassend Romeins uitzag, inclusief het chique terra sigillata. Daarnaast vond hij ‘vrij talrijke resten van leemvakwerkbouw, waarbij immers de leem in dikke lagen op een raam van takken was gestreken, welke in het gedroogde leem natuurlijk hun indruksels achterlieten.’ Holwerda concludeerde dat de nederzetting kort na het midden van de 1e eeuw is gebouwd en ongeveer een eeuw heeft bestaan.

Plattegrond van de Bataafse nederzetting bij Maurik (Holwerda 1917, 221).

Het opgravingsterrein in de jonge boomgaard. Links de tent waar Holwerda uitzicht had over het werk (Rijksmuseum van Oudheden).

Jan Hendrik Holwerda (1873-1951) was directeur van het Rijksmuseum van Oudheden en een autoriteit in de archeologie. Hij introduceerde in Nederland nieuwe opgravingsmethoden die hij had geleerd in Duitsland, maar sloeg met zijn theorieën nogal eens de plank mis. De opgraving in 1915-1916 heeft niet eens zoveel spectaculaire vondsten opgeleverd en zijn plattegrond zouden we nu wellicht heel anders interpreteren, maar het markeert wel een ommekeer in het denken over Romeins Nederland. Voorheen ging de archeologische aandacht vooral uit naar limesforten en steden (Nijmegen, Voorburg), maar nu kwam ook het Romeins-Bataafse platteland op de agenda.

Met de opgraving in Maurik wilde Holwerda eens goed onderzoeken hoe zo’n ‘Bataafsche nederzetting’ er nu werkelijk uitzag. Want hij ergerde zich toen al – meer dan een eeuw geleden - aan schoolboekjes die de jeugd maar voorhielden dat de Bataven als halve wilden in holle boomstammen de Rijn waren afgezakt. We zullen echter in het volgende zien, dat onze eerste werkelijke kennismaking met zulke verschijnselen, door eigen onderzoek met de spade, ons dwingt die vroegere meening sterk te wijzigen en een geheel ander licht werpt over deze stammen en de beschavingstrap, waarop ze stonden.’ En daarin had hij groot gelijk.

 

Romeins en Bataafse aardewerk, gevonden in 1915 (Rijksmuseum van Oudheden).

Bronnen en verwijzingen

Literatuur

  • Holwerda, J.H., 1917. ‘Een Woerd te Rijswijk (gem. Maurik). Opgraving van eene Bataafsche nederzetting.’ In: Bijdragen en Mededeelingen Gelre XX, 221-246.