Onthullingen over de Brittenburg
De mysterieuze Brittenburg - de eeuwen geleden bij Katwijk in Zee verdwenen ruïne - moet een bovengemiddeld Romeins fort zijn geweest dat in de laat-Romeinse tijd in verkleinde vorm in gebruik bleef. Dat is de uitkomst van jarenlang onderzoek waaraan een nieuw publieksboek en tentoonstelling is gewijd. De verdronken hoeksteen van het Romeinse Rijk was zover bekend de eerste plaats van de ruim 2000 kilometer lange Romeinse noordgrens waar oudheidkundig bodemonderzoek werd uitgevoerd (1520) en sporen zijn vastgelegd (1552). Deze verdwenen plattegrond is gereconstrueerd aan de hand van bij vorige onderzoeken niet gebruikt materiaal. Archeoloog Tom Buijtendorp deed die bevindingen tijdens drie decennia onderzoek naar de betekenis en ligging van de verdronken ruïne bij Katwijk aan Zee. Deels nog nooit gepubliceerde documenten en Romeinse vondsten zijn komende maanden te zien in vier zalen van het Katwijks Museum. Het hierover door uitgeverij Sidestone Press gepubliceerde publieksboek werd mede mogelijk gemaakt door de provincie Zuid-Holland, en wordt bij de tentoonstelling gepresenteerd. De tentoonstelling is te zien van 9 februari t/m 25 mei.
Een nieuw beeld van de Brittenburg
Het boek en de tentoonstelling bieden een geheel nieuw beeld van de Brittenburg als Lugdunum, de plaats die in een Romeins reisboek het ‘hoofd van de Germaniën’ wordt genoemd. Tot nu toe was de kennis van de Brittenburg grotendeels gebaseerd op een in 1581 gepubliceerde prent van de Vlaamse cartograaf Ortelius met de nodige onnauwkeurigheden. Buijtendorp maakt aannemelijk dat al in 1552 op het Katwijkse strand ter plaatse een plattegrond is gemaakt die verloren is geraakt. Aan de hand van deels ongepubliceerd bronmateriaal reconstrueert Buijtendorp hoe deze plattegrond er uit heeft moeten zien, met meer details dan de kaart uit 1581. Daardoor valt voor het eerst een relatie te leggen met een reeks andere waarnemingen en krijgt het van Romeinse kaarten bekende ‘Lugdunum’ opeens een gezicht. Het boek en de tentoonstelling tonen reconstructies van onder meer een voor Nederland uitzonderlijk poortgebouw, een graanschuur, een badhuis en de stenen ommuring in verschillende fasen. Financiële steun van de Provincie Zuid-Holland maakte publicatie van het boek mogelijk met full colour weergave van de vondsten, kaarten en reconstructies, en droeg bij aan het maritieme onderzoek waarvan de eerste verkenning volgens Buijtendorp veelbelovend was: ‘Het boek geeft aan waar de Brittenburg ongeveer gelegen moet hebben, wat nog beter valt te bepalen als we weten waar de Romeinse Rijn exact lag. Het is daarom cruciaal dat bij de eerste verkenning in de zeebodem een riviergeul is gevonden’. Met het boek in de hand wordt het maritieme onderzoek dit jaar vervolgd.
Een uniek beeld van vijf eeuwen oudheidkundig bodemonderzoek
De Brittenburg lag aan het eind van de Romeinse grens, de zogeheten limes waarvan Nederlandse delen zijn genomineerd als UNESCO Werelderfgoed. Daarin is de strijd tegen het water een Nederlands thema dat volgens Buijtendorp bij de Brittenburg maximaal tot zijn recht komt: ‘We krijgen voor het eerst te zien hoe de Romeinen zo dicht bij zee strijd leverden tegen het water, wat al in de 16e eeuw tot in Engeland tot de verbeelding sprak. Passend bij de naam werd de Brittenburg al vroeg als een logistieke schakel naar de Romeinse limes in Brittannië gezien die al eerder als werelderfgoed is genomineerd. En de resten bieden een uniek kijkje in het vroege onderzoek naar de limes met zover bekend de eerste opgraving in 1520 en eerste plattegrond in 1552, en later ook bijvoorbeeld al in de 18e eeuw grondboringen en naar blijkt zeer exacte metingen van de schommeling van de zeespiegel.' Hoewel laat, hoopt Buijtendorp vurig dat de nieuwe inzichten aanleiding zijn de Brittenburg alsnog in de erfgoednominatie mee te nemen. Buijtendorp: ‘Met het nieuwe onderzoek valt sowieso in Katwijk veel zichtbaar te maken van de ondergang van deze hoeksteen van de limes en vijf eeuwen onderzoek. In 2020 is de eerste limes-opgraving precies vijf eeuwen oud zodat het mooi zou zijn als dan al een en ander valt te zien’.